Knieprothese

Het kniegewricht werkt als een scharnier dat het bovenbeen met het onderbeen verbindt. Aan de uiteinden van de botten bevindt zich kraakbeen. Dit fungeert als een schokdemper en zorgt ervoor dat de knie soepel kan bewegen. Met het ouder worden neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Dit resulteert vaak in artrose (slijtage), waarbij de gewrichtsvlakken niet meer goed langs elkaar kunnen glijden. Naast ouderdom kunnen bijvoorbeeld ook overgewicht, zwaar fysiek werk, kraakbeenziekten en stofwisselingsziekten artrose veroorzaken. In geval van ernstige artrose, met bijbehorende pijn, zal een knieprothese nodig zijn om de functionaliteit van het kniegewricht te herstellen.

Klachten bij slijtage van de knie

Bij artrose in het kniegewricht kunnen zich vooral pijnklachten voordoen bij activiteiten als lopen, traplopen en lang staan. De pijn kan verergeren bij opstaan en soms zelfs in rust optreden. De gewrichten kunnen daarnaast stijf worden. Dit kan uw dagelijkse activiteiten bemoeilijken. Uiteindelijk kan belasting van de knie leiden tot zwelling. Het ontzien van de knie kan daarentegen uitmonden in het zwakker worden van de spieren, met name van het bovenbeen. Als gevolg van de slijtage kunnen de benen ook in een X- of O-stand gaan staan. De knie wordt dan instabiel.

De operatie

In geval van een totale knieprothese maakt de orthopedisch chirurg een verticale snee van ongeveer twintig centimeter aan de voorzijde van de knie. Vervolgens verwijdert hij de aangetaste delen van het kniegewricht. De orthopedisch chirurg zal hierna speciale instrumenten gebruiken om de vorm van het bot aan te passen. Zo zorgt hij ervoor dat de knieprothese goed kan verankeren. De knieprothese, gemaakt van metaal, bedekt de beschadigde delen van het kniegewricht. Tussen de metalen delen plaatst de orthopedisch chirurg een kunststof schijf. Hierdoor kan de knie weer soepel bewegen. Hij gebruikt daarna botcement om de prothese aan het bot te fixeren. Vervolgens zal de orthopedisch chirurg de wond sluiten met hechtdraad of nietjes. De operatie zal onder volledige narcose of met een ruggenprik worden gedaan en duurt ongeveer een uur tot vijf kwartier.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer voor extra nazorg, u mag het been dan al bewegen. Zodra de narcose of de ruggenprik uitgewerkt is, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar wordt gezorgd voor verdere pijnbestrijding en krijgt u, zodra dat kan, de eerste nabehandeling door de fysiotherapeut. Deze bereidt u voor op het ontslag naar huis, dat in sommige ziekenhuizen en zelfstandige klinieken al op de operatiedag zelf is.

Eenmaal thuis volgt er nog best een lang en intensief traject van revalidatie. Zo kunnen knielen en hurken met een prothese nog behoorlijk belastend zijn. Activiteiten zoals wandelen en fietsen kunt u daarentegen al redelijk snel oppakken. De orthopedisch chirurg zal met u bespreken wanneer het weer mogelijk is om specifieke activiteiten te gaan ondernemen. Over het algemeen moet u rekening houden met een totale periode van revalidatie van ongeveer vier tot zes weken.

Complicaties bij een knieprothese

De knieoperatie wordt over het algemeen als een veilige ingreep gezien, waarbij er weinig tot geen specifieke complicaties zijn. Algemene complicaties zoals die bij elke operatie kunnen optreden, zijn nabloedingen, ontstekingen van de wond en in veel mindere mate een longontsteking of trombose. De orthopedisch chirurg zal uiteraard voorafgaand aan de operatie alle mogelijke risico’s met u bespreken.

Wachttijden knieprothese

De wachttijden voor een knieprothese vindt u hier. Deze staan onder het specialisme ‘’Orthopedie’’ en soort behandeling ‘’Initiële totale knie vervanging’’. Op WachttijdZorg.nl kunt u kiezen voor zowel ziekenhuizen als zelfstandige klinieken.

Totale knieprothese
Links een knie met artrose, rechts na plaatsing van de prothese